Zo haal je meer uit je zonnepanelen

Zonnepanelen brengen veel meer op dan je spaarboekje. Maar hoe groot het rendement is, bepaal je voor een groot stuk zelf. Met deze slimme keuzes haal je het maximum uit je zonnepanelen.

Hoe sneller je je zonnepanelen terugverdient, hoe beter. Je geniet dan immers langer van gratis energie. Gemiddeld duurt het 9 à 10 jaar voor je investering terugverdiend is, maar door een zo hoog mogelijk rendement van je zonnepanelen na te streven, kan je die tijd nog wat inkorten. In 25 jaar tijd kan je, dankzij de gratis energie die je installatie opwekt, maar liefst zo’n 20.000 euro besparen. Daarom houd je bij de aanschaf van je zonne installatie best rekening met volgende gouden raad:

Kies de ideale soort zonnepanelen

Grosso modo bestaan er drie soorten fotovoltaïsche installaties: amorf of dunne film, monokristallijn en polykristallijn. Het grote verschil zit in het soort siliciumzand waaruit de zonnecellen opgebouwd zijn. Zo zijn mono- en polykristallijne zonnepanelen opgebouwd uit zuiver silicium, bij amorfe wordt op de onderliggende glasplaat een fotovoltaïsch actieve laag cellen afgezet. Dit soort zonnepanelen is extreem dun en dus veel goedkoper dan kristallijne installaties.

Het grote nadeel is dat het rendement van amorfe panelen veel lager ligt. Monokristallijne zonnecellen zullen dan weer meer energie opwekken dan polykristallijne. Zo zetten monokristallijne 15 à 18 % van het zonlicht om in elektriciteit, tegenover 12 à 15 % bij polykristallijne. Dat komt door de ligging van het silicium. Bij polykristallijne zonnepanelen liggen de kristallen kriskras door elkaar. Bij de monovariant liggen ze op één lijn, wat dat soort zonnecellen kwalitatiever maakt.

Dat verschil in rendement kan je goedmaken door een grotere oppervlakte aan polykristallijne zonnepanelen te leggen. Heb je een relatief klein dak, dan ben je dus beter af met een monokristallijne installatie.

Kies de ideale hellingsgraad en oriëntatie voor je zonnepanelen

In een ideale wereld, waarin zonnepanelen 100% rendement halen, valt het zonlicht altijd in een hoek van 90° op de zonnecellen. Maar door de wisselende stand van de zon doorheen de seizoenen is dat niet mogelijk: in de zomer staat de zon in een hoek van 50° boven ons land, in de winter bedraagt die hoek slechts 20%. Professionele installateurs gaan daarom uit van een ideale hoek van 36 à 38° tegenover de horizon.

Uiteraard speelt ook de windrichting waarnaar de panelen gericht zijn, een rol. Zo plaats je voor een maximum aan rendement je zonnepanelen best in zuidelijke richting, met een lichte afwijking naar het westen.

Volgens Barry Fisher en Ben Harack, twee Amerikaanse onderzoekers, is ook het westen een zeer goede richting. De zonne-installatie vangt dan minder zonlicht op, maar het tijdstip waarop ze licht opvangt, is beter. In de late namiddag en avond wordt immers meer stroom verbruikt. Daardoor genereren de zonnepanelen de meeste elektriciteit wanneer de nood eraan ook het grootst is.