Vind je ideale installateur Erkende installateurs in meer dan 300 Vlaamse gemeenten

Waarop letten als je zonnepanelen wil plaatsen?

Je koopt geen kat in een zak. Ook als je besluit zonnepanelen aan te schaffen, ben je uiteraard vooraf graag goed geïnformeerd. Daarom is het nuttig zonnepanelen offertes te vergelijken. Die kunnen immers nogal verschillen.

Zonnepanelen zijn nog steeds een rendabele investering. Ze zijn relatief goedkoop en bieden je 20 jaar gratis stroom. Bij een nieuwbouwwoning is het ook de goedkoopste oplossing om aan de strenge energienormen te voldoen. Maar voor het zover is, vergelijk je best prijzen voor zonnepanelen. De ene offerte is immers de andere niet. Wij bieden je vier punten waarop offertes kunnen verschillen.

1. Goedkopere of duurdere panelen?

Over het algemeen heb je bij installateurs de keuze uit drie soorten fotovoltaïsche installaties: zwart monokristallijn, blauw polykristallijn en amorf (ook dunne film genoemd). Veel mensen vinden zwarte zonnepanelen mooier dan blauwe. Maar je keuze voor een bepaalde soort zonnepanelen baseer je best niet alleen op esthetische gronden.

Het grote verschil tussen de drie soorten zit in de structuur en de gebruikte technologie. Zo zijn monokristallijne en polykristallijne zonnepanelen opgebouwd uit zuiver silicium. Bij monokristallijne zonnepanelen liggen de siliciumkristallen op één lijn, bij de polykristallijne variant is dat niet gebeurd. Daar liggen de kristallen kriskras door elkaar. Precies door die extra bewerking zijn monokristallijne panelen duurder. Tegelijk halen ze een hoger vermogen dan polykristallijne panelen, zeker bij direct zonlicht, op zuidelijk gerichte daken. Zo zetten ze 15 tot 18% van het zonlicht om in groene stroom. Bij polykristallijne ligt dat tussen 12 en 15%.

Het verschil in rendement kan je compenseren door een grotere oppervlakte aan polykristallijne panelen te leggen. Heb je een relatief klein dak, ben je beter af met monokristallijne panelen.

Bij de derde, minder bekende soort zonnepanelen, de zogeheten amorfe panelen, wordt op de onderliggende glasplaat alleen een fotovoltaïsch actieve laag cellen afgezet. Amorfe zonnepanelen zijn bijgevolg extreem dun en daardoor ook veel goedkoper dan kristallijne installaties.

Nadeel van amorfe panelen is dat ze van de drie soorten het laagste rendement hebben. Wel presteren ze beter bij zwak licht of hoge temperaturen. De nieuwste generatie dunne film panelen, de CIS-panelen, halen wél een hoog rendement, maar zijn ook fors duurder. Zij kunnen een oplossing zijn als je de zonnepanelen niet zuidwaarts genoeg kan plaatsen.

2. Serieschakeling of micro-omvormers?

Veel installateurs zullen je de mogelijkheid bieden om de zonnepanelen in serie te schakelen of onder elk paneel een micro-omvormer te plaatsen. Een serieschakeling werkt zoals een oud snoer met kerstlichtjes: als één lampje niet meer werkt, branden ook de andere lampjes niet meer. Bij je zonnepanelen is dat net zo: werkt één paneel ondermaats, dan zal ook de opbrengst van de andere panelen lager liggen.

Gelukkig kan je dat opvangen door de zonnepanelen in groepjes te plaatsen. Laat één paneel het afweten, dan daalt alleen de opbrengst van dat (seriegeschakelde) groepje.

Een sluitendere oplossing is op de achterzijde van elk paneel een micro-omvormer te zetten. Een omvormer zet de elektrische spanning van je zonnepanelen om naar de 220 volt die we in huis gebruiken. Omvormers zijn echter relatief duur. Bovendien ligt er zo meer elektronica op je dak, in weer en wind.

Of je best voor serieschakeling of voor micro-omvormers kiest, hangt af van de ligging van je zonnepanelen. Liggen ze perfect op een rij, in de volle zon, dan zijn micro-omvormers niet nodig. Alleen als sommige panelen meer schaduw krijgen, of niet allemaal in dezelfde richting liggen, kan je micro-omvormers gebruiken.

3. Rendementsgarantie

Bij het opmaken van hun offerte vermelden sommige installateurs een rendementsgarantie van 25 jaar. Dat is geen overdreven cijfer. Fotovoltaïsche installaties gaan zo’n 30 jaar mee en het rendement blijft zeer hoog. Normaliter daalt het rendement licht na 10 jaar. Na 25 jaar wekken zonnepanelen nog steeds minstens 85% op van de oorspronkelijke hoeveelheid energie op.

4. De vermelde terugverdientijd

Doordat de regering de steunmaatregelen voor zonnepanelen heeft teruggeschroefd, is ook de terugverdientijd van fotovoltaïsche panelen gestegen. Enkele jaren geleden kon je via de vele groenestroomcertificaten je investering terugverdienen in een jaar of 7, 8. Nu ligt de terugverdientijd van zonnepanelen rond de 10 jaar.

Ook het zogeheten prosumententarief dat de regering op 1 juli 2015 invoerde, heeft een effect op de terugverdientijd van zonnepanelen. Het prosumententarief is een extra netvergoeding die elke eigenaar van zonnepanelen moet betalen voor het gebruik van het distributienet. Hoe groter het vermogen van je zonnepanelen installatie, hoe meer je betaalt. Een leverancier die het effect van het prosumententarief minimaliseert, laat je maar beter links liggen.

Wil je ook zonnepanelen tegen de scherpste prijs?

Vraag vandaag nog offertes aan bij erkende leveranciers uit uw buurt.